door: redactie, 26 augustus 2009 21:44
WINDSOR – Het goud van de nationale dressuurequipe woensdag op de Europese titelstrijd in Windsor is het succes van de Hollandse school. Dat zei bondscoach Sjef Janssen na de huldiging.
Hij deed er niet geheimzinnig over. ,,We passen ons aan bij het paard. De rest doet dat niet. Zo houdt je hem te vriend en wil hij voor jou presteren. Het is zo simpel als wat. Elk paard wordt anders getraind, want elk paard is verschillend.”
Tien, vijftien jaar hield Oranje vast aan dat systeem. Janssen: ,,We zijn daar altijd in blijven geloven en dat betaalt zich nu uit. Ik zie nog wel mogelijkheden om beter te worden. De top bij ons kan breder. Ik zou graag zien dat we tien, vijftien combinaties hebben die rond de 75 procent kunnen rijden.”
Twee combinaties reden in Windsor boven de tachtig procent en die kwamen uit Nederland. Edward Gal met Moorlands Totilas, Adelinde Cornelissen met Parzival. Gal was, volgens de jury, de beste en realiseerde een monsterscore (84,09) Dat betekende een wereldrecord in de Grand Prix, een record dat voorheen is handen was van Anky.. Janssen: ,,Ik heb echter veel kenners gesproken die de proef van Adelinde de beste vonden.” Zelf had hij daarover geen mening, zei hij.
Het was pas de tweede keer dat Nederland goud won in de landenwedstrijd van een internationaal kampioenschap. Het verschil tussen de nummer één en twee was nooit zo groot. Janssen: ,,We hadden geen concurrentie, maar dat is niet mijn probleem. Maar met concurrentie hadden we ook wel gewonnen.”
Hij ziet Nederland nog wel meer winnen. ,,Volgens mij haalt de rest ons niet zo snel in. Duitsland heeft altijd gewonnen, maar is daardoor op een gegeven moment stil blijven staan. Men dacht dat het allemaal vanzelf ging. Al hun goede trainers waren oud en zijn nu dood. Nu doet iedereen daar wat anders. Dat lijkt me niet goed.”
Als altijd reageerde Janssen ingetogen op het succes. ,,Ik geloof dat ik pas opfleurde toen ik bij de prijsuitreiking naast de prinses (Haya, voorzitter van de internationale federatie FEI) stond. Ze zag er goed uit! Verder blijf ik te ‘cool’, vind ik zelf. Het mag wel wat uitbundiger, maar ik blijf kritisch. Dat neemt niet weg dat ik voor de ruiters heel blij ben.”