Jeroen Dubbeldam: ‘Ik kan in drie minuten geen paard veranderen’

Share
  • 8 september 2014 20:55

door: redactie, 8 september 2014 20:55

Caen | STEGEN.NET

Met vier geweldige foutloze ritten werd Jeroen Dubbeldam bij de wereldruiterspelen de beste springruiter van de wereld. Zijn vermogen om in korte tijd een vreemd paard goed aan te kunnen voelen bracht hem de titel.

Veertien jaar geleden reisde de Weerseloër als broekie af naar de Olympische Spelen in Sydney. Ervaren tegenstanders achtten hem kansloos. Want De Sjiem was een goed paard, maar de ruiter te onervaren. Een week later was Dubbeldam Olympisch kampioen.

Afgelopen week was het precies andersom: Dubbeldam was een ervaren ruiter maar zijn paard Zenith ‘een groentje’. Maar ze werden wereldkampioen met het team en zondag volgde de bekroning met de individuele titel. Dubbeldam was in Normandië een man met een missie. En die had alles met De Sjiem en een vorig WK te maken. „In Jerez de la Frontera in 2002 stond ik vlak voor de finale vijfde. Maar in de laatste omloop maakte ik een enorme ruiterfout waardoor ik kansloos was. Ik had toen wereldkampioen moeten worden met De Sjiem. Die fout heb ik mezelf nooit kunnen vergeven. Tot vandaag.”

Waar de drie concurrenten, Delaveau, Bengtsson en Madden fouten kregen, bleef Dubbeldam koel en vier keer foutloos. Zijn geheim? „Er is geen geheim. In drie minuten tijd kun je geen paard veranderen. Dus probeer je er achter te komen wat zijn sterke punten zijn en die ga je benadrukken en op die manier probeer je hem op zijn gemak te stellen.”

Zijn vriendin en ook internationaal amazone, Annelies Vorsselmans, was er niet verbaasd over, zij weet hoeveel gevoel Dubbeldam voor paarden heeft. Haar reactie was veelzeggend. „Hij rijdt ook wel eens paarden van mij en dat gaat meestal ook meteen beter dan bij mij.” Zij was gisteravond de tweede die hem bij de uitgang van de arena in de armen viel. De eerste was Nina, zijn dochtertje.

Paardenwissel
Binnen de springsport wordt wisselend gedacht over de paardenwissel op het WK. Dubbeldam liet zich er niet echt over uit. Al sinds 1953 wordt het WK met de paardenwissel beslist. En terecht, aldus voormalig springruiter en oud-bondscoach Johan Heins uit De Wijk. ,,Het is een geweldige belevenis. Ongemeend spannend, voor ruiters en het publiek. Precies dit onderdeel onderscheidt het WK van de Spelen en het EK.”

Heins was tot zondag de enige Nederlander die tot de Final Four van een WK wist te reiken. In Normandië gingen zijn gedachten terug naar 1978, toen hij vanwege twee springfouten naast het podium belandde. ,,Eén ervan beging ik ook nog op de rug van mijn eigen paard.”

Zesendertig jaar later was daar onverwachts zijn opvolger en het was niemand minder dan de olympisch kampioen van 2000. Die werd omstandig geprezen, om wat hij op de slotdag van de Wereldruiterspelen voor elkaar had gekregen. ,,Drie minuten kennismaken met elk paard en dan even over acht hindernissen heen. Ga er maar aanstaan”, vond bondscoach Rob Ehrens.

Alsof ze aan speeddating deden, zo vlug moesten de drie ruiters en de ene amazone de zwakten en talenten van elkaars paarden zien te ontdekken. Twee hindernissen proefspringen en hun eigen zadel gebruiken: meer voorbereiding was hen niet toegestaan.

Dubbeldam leek er ruim genoeg aan te hebben gehad. Majestueus zweefde hij soms over de door Frédéric Cottier uitgestippelde oxers en driesprongen. Intussen stapelden Bengtsson en Madden de fouten op elkaar, nog het meest op de rug van het Nederlandse paard. In de daardoor ontstane tweestrijd met Delaveau gaf het ene tijdfoutje van de Fransman de doorslag, al was er niemand die de wereldtitel van Dubbeldam (41) durfde te betwisten.